Meteen aan het begin van het kamp werden de junioren in drie groepjes (bakken) verdeeld, elke bak had het zeilnummer van de boot waarin ze tijdens het kamp zouden zeilen. Bak 4 bestond uit Luuk, Erik, Iris, Robin en Guo Ji, bak 1449 bestond uit Darvenson, Ilona, Anne en Finn, ten slotte bestond bak 1450 uit Fleur, Roos, Jolijn en Madelief. Elke bak kreeg een scheepsjournaal, waarin ze de gebeurtenissen van het kamp bij konden houdDe drie bakken hielden er totaal verschillende schrijfstijlen op na, de baksmaats van de 1449 en 1450 hadden duidelijk onderling afgesproken hoe er geschreven moest worden, en die taak werd netjes verdeeld. Bij de 4 was dat duidelijk niet het geval, het scheepsjournaal van de 1449, dat overigens anderhalf keer langer is dan de andere twee journaals bij elkaar is bijna uitsluitend door Guo Ji geschreven, in een unieke, interpunctieloze stijl.
De 1449 ging zeer precies te werk, er werd steeds netjes bijgehouden hoe laat iets gebeurde, met een beknopte beschrijving van het voorval. Zo was er op donderdag een pannenkoekenontbijt, daarover schrijft de 1449 het volgende. “8:00, We worden wakker. 9:00, We gaan ontbijten en eten pannenkoeken.” Voor de redactie is dit heerlijk, elk voorval staat met dag en tijdindex beschreven, het is enorm behulpzaam bij het zoeken naar hetzelfde voorval in de andere journaals, en bij het zoeken naar de bijbehorende foto’s.
De 1450 schrijft over elke dag een mooi, afgerond verhaaltje, in hun journaal luidt de passage over het pannenkoekenontbijt: “Vanmorgen toen we wakker werden gemaakt stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar. We aten pannenkoeken. Onze leiding dacht leuk te doen en smeerde slagroom en poedersuiker in ons haar. Bij Fleur bleef er maar suiker uit haar, haar komen.”
Bij de 4 worden er drie pagina’s besteedt aan die ochtend, er wordt beschreven wie er als eerste wakker is, in welke volgorde de anderen wakker worden, hoe ze zich aankleden en tot slot hoe Thomas de tent dreigt om te gooien als de Junioren niet direct uit bed komen en naar het ontbijt gaan. Na nog eens drie pagina’s over het middagprogramma, avondeten en het corvee wordt het ontbijt toch nog aangehaald: ”Tijdens het ontbijt gingen ook een paar leidingen slagroom op bijna iedereens hoofd doen omdat we vanochtend pannenkoeken aten.”
Niet alles wordt in elk journaal genoemd, maar één voorval op maandag wordt in alle drie beschreven. 1449: “18:30, We hebben tijd voor onszelf en Lars slaapt in de zwemvesten.” De 1450 vond het zo belangrijk dat voorval niet te vergeten, dat ze onder hun verhaal, in een andere kleur een voetnoot maakten: “Lars heeft ook nog in de zwemvesten geslapen.” De 4 beschrijft het voorval nog net iets mooier: “(…) pas toen ik klaar was zei Fleur dat Lars lag te slapen op de reddingsvesten. Dat was erg grappig om te zien. Ik heb drie keer wakker worden gezegd, maar hij werd niet wakker. Toen ging hij in z’n haar krabben en nog wat bewegen en sliep weer verder, met één hand omhoog en één hand in de mouw van een zwemvest.”
Scheepsjournaals of logboeken worden niet elk zomerkamp bijgehouden, maar van de jaren dat het wel gedaan wordt, worden de journaals netjes bewaard. Want zeg nou zelf, wie wil er niet jaren na dato, op een reünie, nog eens nalezen dat Lars op dinsdagavond totaal uitgeteld was.